Onze familiestambomen

Seger VAN BROECKHUIJSEN

Mannelijk 1461 -


Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Alles    |    PDF

  • Naam Seger VAN BROECKHUIJSEN 
    Geboren ± 1461 
    Geslacht Mannelijk 
    Persoon-ID I57460  DDCGR
    Laatst gewijzigd op 28 sep 2010 

    Vader Michiel VAN BROECKHUIJSEN 
    Moeder Elisabeth Jacobs VAN GRUYSDONCK 
    Gezins-ID F37424  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Steynen CLUIJSEN 
    Kinderen 
     1. Elisabeth Segers VAN BROECKHUIJSEN,   geb. ± 1490
    Laatst gewijzigd op 28 sep 2010 
    Gezins-ID F37423  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Aantekeningen 
    • Seger VI van Broeckhuijsen
      [Op 19 augustus 1481 werd Michiel van Broekhuizen als heer van Ooijen opgevolgd door zijn zoon
Seger VI. Nogmaals kwam het vruchtgebruik van zijn tante, Otte van Bijlant, weduwe van Seger V,
ter sprake. De registratie van deze belening vindt men terug als losse akte in het archief van
het leenhof van Cuyck. De Cuyckse lenen werden in eerste instantie door Karel de Stoute en later
door diens opvolger Maximiliaan van Oostenrijk als hertog van Brabant en Bourgondi‰, apart
gehouden van de Gelderse lenen. Een klein deel van de heerlijkheid Ooijen bleek - in 1449 - op
onverklaarbare wijze in handen van de familie van Wildenrade. Op 25 april 1449 wordt er in de
Gelderse leenaktenboeken melding van gemaakt dat Derick van Wildenrade een 'hof tot Oeij mitten
herlicheit' opdroeg aan de hertog van Gelre ten gunste van zijn zoon Evert van Wildenrade. Evert
werd nog op dezelfde dag met deze hof beleend. Jaren later – op 29 januari 1486 - verkocht Evert
deze hof aan Seger VI van Broekhuizen. Wellicht is dit goed identiek met de hof 'aen gen Sande'
waarmee Seger op 30 januari 1486 beleend werd. Ondanks de belening met deze hof, blijkt dat de
broers Seger VI, Johan, Marten en Jacob van Broekhuizen -gezamenlijk de hof 'ingenen Sande' tot
Ooijen gelegen, op 2 augustus 1492 van Jan Hagens kochten met uitzondering van een jaarlijkse
erfpacht van vier malder rogge. Blijkens de verschillende inschrijvingen was deze hof onderworpen
aan het Cuyckse leenrecht en in 1538 behoorde bij de hof zelfs 1/3 deel van de heerlijkheid
Ooijen. In eerste instantie doet dit een pandschap vermoeden, want uit de aantekeningen van Fr.
Nettesheim (1878) blijkt dat Evert van Wildenrade in 1492 Johan Hagens opdroeg 'eijnen loesbrief
sprekende op de hof toe ghenen Sande' aan Seger van Broekhuizen over te geven.
..
Over de levensloop van Seger VI is niet meer bekend dan dat hij vanaf circa 1517 tot 1531 de
functie van Stadhouder van de Broekhuizer lenen bekleedde. Namens de toenmalige heer beleende hij
de leenmannen van het Huis Broekhuizen met hun leengoederen. Op 28 februari 1507 vernieuwde Seger
zelf voor de leenhof van Cuyck de eed van trouw, waarbij hij het huis en de heerlijkheid Ooijen
opnieuw in leen kreeg. Tussen 1486 (1492) en 1533 kwam de hof 'aen gen Sande' in handen van
Marten van Broekhuizen, Segers broer, vermoedelijk door een deling]